De Belegering van de Jonker

Joker_3dgoed.jpg

Die daar in het midden is de jonker. Govert had een wrede glimlach om zijn mond. Werner keek naar de soldaten van tin, met hun strakblauwe vesten en hoge mutsen op. Sommige hadden geweren, keurig over hun schouder, anderen staken in een loze ruimte met een bajonet, derden liepen stram in de pas. Maar één soldaat had een paarse jas en een gouden helm op, bovendien droeg hij een lange gouden sabel en hij had zwarte rijlaarzen. Hij heeft een geheim voor de anderen. Govert sprak op fluitertoon, hij keek naar zijn broer of de woorden effect hadden. Waarom heb je hem dan in het midden gezet? Omdat hij een verrader is, hij wordt omsingeld door zijn eigen troepen, ze hebben ontdekt wat hij heeft gedaan en Wernertje, wat denk je dat ze met hem gaan doen? Ik weet het niet Goof. Meneer weet het niet, vreemd, of beter gezegd helemaal niet zo vreemd eigenlijk, maar ik zal het aan je verklappen, nee ik laat het aan je zien. Hij moet dood. Nu meteen. De vuile kankerlijer hij moet..hij zal dood. Hij pakte de soldaat op, hield hem even blak voor het gezicht van Werner en brak hem opeens doormidden. Zo ellendeling, dat zal je leren om ooit nog iemand te bedriegen. Hij gooide de twee stukken lood op de grond en spuugde er achteraan. De dode lag nu temidden van de zwijgende kring blauwbeveste soldaten op de grond in twee verwrongen stukken. Werner rende de kamer uit, hij moest huilen. Hij wilde niet huilen, maar het ging vanzelf en het duurde lang.

Karel Wasch